Pagina's

woensdag 13 januari 1993

Freud voorbij

Geachte redactie van Intermediair,


Frans Roes getuigt van moed en gezond verstand om enige vraagtekens te plaatsen bij de psychoanalyse van Freud (in: 'Oedipuscomplex bestaat niet', dd. 8-1-93). Het thema van de verwerping van de vader als autoriteitsfiguur, speelt een belangrijke rol in zowel Freuds persoonlijke leven als in zijn theorieën. Sterker nog, het vormt het uitgangspunt voor zijn visie op het leven, namelijk het atheïsme, waarmee hij elke persoonlijke verantwoordelijkheid tegenover een hoger gezag afwijst.


Dat verklaart wellicht waarom Freuds therapie, uitgaande van de seksuele drift als belangrijkste drijfveer in de mens, een wijd verspreide aanhang heeft gevonden in de permissieve jaren zestig. Al eerder, kort na de tragische Eerste Wereldoorlog (1920), vinden zijn geschriften - literair van meer waarde dan wetenschappelijk - brede toegang tot de intelligentsia. Met een aantal andere 'vader-verwerpers' als Voltaire, Hegel, Marx en Rousseau, heeft Freud gemeen dat hij de werkelijkheid wil laten wijken voor zijn eigen theorieën. Even leek het erop dat dit mogelijk was. Zelfs de klassieke mechanica kreeg met de Relativiteitstheorie van Einstein (1919) voor het eerst na twee eeuwen een gevoelige klap. Einstein blijft, maar Freud heeft zijn langste tijd al gehad.

dinsdag 12 januari 1993

Indianenverhalen

Geachte redactie van Intermediair,


Het spreken over traditionele Indianen is spreken over een traditie die begon in het jaar 1492, nadat Columbus het kruis, het teken van het Christelijk geloof, op het eiland Guanahani plantte. Terecht spreekt Kees den Bosch in zijn recensie van Breedveld's 'De risico's van het denken', over de gevaarlijke aantrekkingskracht van het beeld dat de Romantici zich schiepen van de 'wilden'. De nieuwe wereld was geen paradijs. Onder de nomadenvolken die de Spanjaarden aantroffen in de oerwouden, heersten o.a. kannibalisme en sodomie, waar resoluut een einde aan werd gemaakt. De Inca's (in Peru) en de Azteken (in Mexico) kenden een veel hogere beschaving en techniek. De Azteken pasten nog wel mensenoffers aan de zonnegod toe, maar leefden in de verwachting van de wederkomst van Quetzalcóatl, die vanuit zee (het oosten) zou komen om daar een einde aan te maken. Nooit heeft het toenmalige Spaanse gezag opdracht gegeven tot het uitroeien van de Indianen. Sterker nog, zij vonden directe bescherming van koningin Isabella die wilde dat de Indios gedoopt zouden worden, en een gedoopte kon geen slaaf blijven. Voor de massale sterfte onder de Indios zijn in de literatuur circa negen goed gedocumenteerde oorzaken terug te vinden.


De 'privé-muiterijen' ten spijt, valt de Spaanse conquista niet te vergelijken met de Hollandse en Engelse 'piraterij' waarbij slavenhandel vanuit humanistisch-protestantse hoek werd gestimuleerd. Ook een Hernán Cortés, diplomatiek maar nobel, die de Azteekse priester en koning Moctezuma in zijn eigen paleis gevangen zette, is van een andere soort dan een Pizarro, die Peru aan zich onderwierp met blijvende verdeeldheid en burgeroorlogen tussen de Spaanse rivalen onderling. Dat De Las Casas de Indios als ongevallen engelen hemelhoog prees en de Spaanse gewelddaden overtrok, koren naar de molen van de protestantse vijanden, heeft inderdaad wetswijzigingen tot gevolg gehad, maar veelal met averechtse uitwerkingen.


Alle omzwervingen die Jaap Breeveld nodig heeft gehad om de westerse cultuur en techniek te doorgronden, die vanaf 1492 zijn onherroepelijke invloed uitstortte over de Nieuwe Wereld, waren overbodig als hij de bronnen wat beter kende: het Griekse denken, het Romeinse doen en de Christelijke godsdienst.