Pagina's

dinsdag 16 oktober 2007

Jezus een Jood

Aan de redactie van Elsevier,

In een ingezonden brief (Elsevier 13-10-2007) lijkt HGJ Rutten het christendom te associëren met het westen en de Islam met het oosten. Een veelgemaakte maar historisch onjuiste vergelijking. De stichter van het christendom was een Jood afkomstig uit Palestina, die zijn jeugd heeft doorgebracht in Egypte. De stichter van de Islam was afkomstig van het Arabische schiereiland, niet zover daarvandaan. Ten tijde van de geboorte van Mohammed was de aanhang van Jezus verspreid over het grootste deel van het Midden-Oosten tot diep in Afrika. Totdat de Arabischislamitische legers het de Christenen onmogelijk maakten.

maandag 2 april 2007

Wees jezelf

Geachte Redactie van NRC,


Interessant hoe Sebastien Valkenberg de maatschappelijke actualiteit vanuit een filosofische invalshoek probeert te bezien (Opinie, debat 24/3). Nog interessanter is, dat hij refereert aan de klassieke deugdenleer, zonder overigens uit te leggen wat hij daarmee bedoeld. Gemakshalve associeer ik die maar met het klassiek Griekse (en Spartaanse) ideaal van de heldhaftigheid en vooral met het boek Ethica van Aristoteles. Waarbij de deugdenleer geen theorie is maar een verwoording van de ervaring van het menselijk handelen.

Zou het kunnen zijn dat we anno 2007 tot dezelfde conclusies komen als in de Klassieke tijd? Zou het kunnen zijn dat het menselijke leven en de menselijke ervaring sinds de Klassieken niet wezenlijk veranderd zijn? Als ik populaire hedendaagse begrippen hoor als: self-mastering, excellence, wees jezelf, etc., dan lijkt dat van wel. Scholen zouden er goed aan doen om daar aandacht aan te besteden. Aristoteles’ Ethica is nog even actueel en kan voor jongeren een enorm verhelderend levensinzicht opleveren.

zondag 1 april 2007

Aristoteles en de vraag naar het waarom

Geachte Redactie van NRC,


Als ik de voorpagina van W&O (1-3-07) mag geloven, lijkt het realisme van Aristoteles weer helemaal terug in de belangstelling. Wat een opluchting zou dat zijn! Het lijkt mij ook de enige uitweg voor de in mijn ogen, vastgelopen hedendaagse filosofie en gedachtegoed in het Westen, als gevolg van de zegetocht van de Rede door de Verlichting.


Aristoteles is ons namelijk voorgegaan in de aanschouwing en ervaring van de werkelijkheid om ons heen. Door zijn observatie van de natuur, was hij in staat objectief en onbevooroordeeld naar de werkelijkheid te kijken en de vraag te stellen naar het wezen van de dingen. Vanuit de ervaring van de werkelijkheid komen we tot het besef dat de werkelijkheid gekend kan worden. En dat onze begrippen niet zomaar woorden zijn, maar hun fundament hebben ín de werkelijkheid.

Zodra we beseffen dat de logica afgeleid is van de werkelijkheid zelf, zijn we in staat om helder te denken, om onderscheid te kunnen maken tussen materie en vorm, tussen oorzaak en gevolg, essentie en bijkomstigheid, waarde en norm, lichaam en ziel.


De door Geert Wilders aangezwengelde discussie, laat bijvoorbeeld het onvermogen zien om het onderscheid te maken tussen waarde en norm, tussen de waarde ‘loyaliteit’ die iedereen in de 2e Kamer deelt en de norm: het aantal paspoorten en de soort nevenfuncties die een Kamerlid erop na mag houden.


Wanneer we ons laten fascineren door de schoonheid van de natuur, krijgen we oog voor het waarom van de dingen. Dan gaat het weer over ‘het samenstel en wezen als geheel’, zoals Aristoteles door NRC wordt geciteerd. En pas wanneer de bioloog opkijkt van het oculair van zijn microscoop en zich de vraag stelt naar het waaróm, maakt hij kans een antwoord te vinden op de vragen over de essentie van zijn eigen leven.


Aristoteles kon als geen ander een logisch onderscheid maken, zaken onderscheiden van elkaar zonder dat ze in de werkelijkheid gescheiden zijn. Velen van ons raken verward in de beperktheid van de taal, omdat we geen onderscheid kunnen maken tussen de verschillende woorden en begrippen. Dat merk ik als we woorden gebruiken als: liefde, vrijheid, gevoelens, wil, loyaliteit. Dat komt omdat ons onderwijs wel gebruik maakt van allerlei strevenwaardige leerdoelen, maar het meest essentiële ontbreekt: het leren door de ervaring en observatie, van hoe de werkelijkheid is, wie de mens is, en wat de essentie van het leven is.

vrijdag 9 maart 2007

Over het algemeen belang en hoe het eigen belang zegeviert

Het kamerdebat met Geert Wilders (9 maart 2007) laat zien hoe ver de politiek verwijderd raakt van haar taak: het land te besturen. De manier waaróp wordt langzamerhand belangrijker dan de inhoud van de informatie. Of de Minister de Kamer ‘juist’ of ‘onjuist’ heeft geïnformeerd wordt belangrijker geacht dan de juistheid van de zaak op zich. Er wordt meer tijd besteed aan de uitspraak van een kamerlid buiten de Kamer dan aan een inhoudelijk debat in de Kamer zélf. Waar worden de politieke besluiten genomen? In de Kamer toch zeker? Laten we dan niet zoveel belang hechten aan de uitspraken buiten de Kamer of op TV!


Het politieke debat lijkt wars geworden te zijn van het algemene belang. Het begint meer te lijken op een mediaspektakel en op een Talkshow. Het is een en al opportunisme wat de klok slaat. In het licht van de schijnwerpers en camera’s worden besluiten genomen over miljarden aan inkomsten en uitgaven. Terwijl de werkelijke problemen niet worden gezien, zoals bijvoorbeeld: Het verlies aan landschap en natuur door ongeremde groei van infrastructuur en economie; Vrouwenhandel in de (zogenaamde) gelegaliseerde prostitutie, zodanig dat zelfs de politie de moed verliest (Amsterdam); De toenemende agressiviteit, overgewicht en overconsumptie, etc.


Waar moet dat heen, als de premier van dit land ‘normen en waarden’ predikt, als kille fatsoensregels, zonder dat de onderliggende waarden als uitgangspunt worden genomen, de waarden die aan de normen ten grondslag liggen? Eerst de waarde dan pas de norm! EN ondertussen laat Balkenende wel gebeuren dat het debat zich verschuift van de inhoud naar de vorm, van de vorm naar de emotie, van de waarde naar de mening. Van wat is, van wat goed en objectief is, naar wat men vindt, naar wat men voelt, naar wat politiek correct, naar wat populair is.


En wat te denken over de discussie rond de Europese grondwet. Waarom wil de Europese Commissie haar Christelijke wortels ontkennen, die de kern vormen van haar bestaansrecht? Waren het niet toevallig christenen die grondleggers zijn van een verenigd Europa? Mensen zoals Adenauer hadden een verenigd Europa voor ogen, om voortaan weerstand te kunnen bieden aan totalitaire ideologieën zoals het Nazisme. De grondleggers van het nieuwe Europa wilden op de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog, een humane beschaving opbouwen vanuit de Christelijke waarden, waarvan de Europese vlag uiteindelijk het symbool is geworden. Samen met de universele verklaring van de rechten van de mens, heeft de naoorlogse democratische wederopbouw in Duitsland geleid tot een historisch ongekend lange bloeiperiode in Europa.

Wat na Heldring en Bolkestein? Zullen er na deze uitstervende generatie nog realistische onafhankelijke denkers overblijven? Of blijven er alleen nog kenners over, voelers en consumerende ik-leef-nu-en-maar-één-keer levensgenieters? Wat blijft er over van het Griekse streven naar voortreffelijkheid, de Romeinse grootmoedigheid. De christelijke oproep tot heiligheid, de islamitische strijdlustigheid, de humanistische nuchterheid van het zuivere verlichtingsdenken? Wat blijft er over van het realisme van de alledaagse menselijke ervaring?