Pagina's

maandag 2 april 2007

Wees jezelf

Geachte Redactie van NRC,


Interessant hoe Sebastien Valkenberg de maatschappelijke actualiteit vanuit een filosofische invalshoek probeert te bezien (Opinie, debat 24/3). Nog interessanter is, dat hij refereert aan de klassieke deugdenleer, zonder overigens uit te leggen wat hij daarmee bedoeld. Gemakshalve associeer ik die maar met het klassiek Griekse (en Spartaanse) ideaal van de heldhaftigheid en vooral met het boek Ethica van Aristoteles. Waarbij de deugdenleer geen theorie is maar een verwoording van de ervaring van het menselijk handelen.

Zou het kunnen zijn dat we anno 2007 tot dezelfde conclusies komen als in de Klassieke tijd? Zou het kunnen zijn dat het menselijke leven en de menselijke ervaring sinds de Klassieken niet wezenlijk veranderd zijn? Als ik populaire hedendaagse begrippen hoor als: self-mastering, excellence, wees jezelf, etc., dan lijkt dat van wel. Scholen zouden er goed aan doen om daar aandacht aan te besteden. Aristoteles’ Ethica is nog even actueel en kan voor jongeren een enorm verhelderend levensinzicht opleveren.

zondag 1 april 2007

Aristoteles en de vraag naar het waarom

Geachte Redactie van NRC,


Als ik de voorpagina van W&O (1-3-07) mag geloven, lijkt het realisme van Aristoteles weer helemaal terug in de belangstelling. Wat een opluchting zou dat zijn! Het lijkt mij ook de enige uitweg voor de in mijn ogen, vastgelopen hedendaagse filosofie en gedachtegoed in het Westen, als gevolg van de zegetocht van de Rede door de Verlichting.


Aristoteles is ons namelijk voorgegaan in de aanschouwing en ervaring van de werkelijkheid om ons heen. Door zijn observatie van de natuur, was hij in staat objectief en onbevooroordeeld naar de werkelijkheid te kijken en de vraag te stellen naar het wezen van de dingen. Vanuit de ervaring van de werkelijkheid komen we tot het besef dat de werkelijkheid gekend kan worden. En dat onze begrippen niet zomaar woorden zijn, maar hun fundament hebben ín de werkelijkheid.

Zodra we beseffen dat de logica afgeleid is van de werkelijkheid zelf, zijn we in staat om helder te denken, om onderscheid te kunnen maken tussen materie en vorm, tussen oorzaak en gevolg, essentie en bijkomstigheid, waarde en norm, lichaam en ziel.


De door Geert Wilders aangezwengelde discussie, laat bijvoorbeeld het onvermogen zien om het onderscheid te maken tussen waarde en norm, tussen de waarde ‘loyaliteit’ die iedereen in de 2e Kamer deelt en de norm: het aantal paspoorten en de soort nevenfuncties die een Kamerlid erop na mag houden.


Wanneer we ons laten fascineren door de schoonheid van de natuur, krijgen we oog voor het waarom van de dingen. Dan gaat het weer over ‘het samenstel en wezen als geheel’, zoals Aristoteles door NRC wordt geciteerd. En pas wanneer de bioloog opkijkt van het oculair van zijn microscoop en zich de vraag stelt naar het waaróm, maakt hij kans een antwoord te vinden op de vragen over de essentie van zijn eigen leven.


Aristoteles kon als geen ander een logisch onderscheid maken, zaken onderscheiden van elkaar zonder dat ze in de werkelijkheid gescheiden zijn. Velen van ons raken verward in de beperktheid van de taal, omdat we geen onderscheid kunnen maken tussen de verschillende woorden en begrippen. Dat merk ik als we woorden gebruiken als: liefde, vrijheid, gevoelens, wil, loyaliteit. Dat komt omdat ons onderwijs wel gebruik maakt van allerlei strevenwaardige leerdoelen, maar het meest essentiële ontbreekt: het leren door de ervaring en observatie, van hoe de werkelijkheid is, wie de mens is, en wat de essentie van het leven is.