Pagina's

donderdag 7 april 1994

De waarde van de waarheid

Geachte Redactie van het AD,


De waarheid ligt buiten het menselijke bereik, aldus Rex Brico (geloofsbrief, W&;O, 3/4/93). Met dezelfde stelligheid als waarmee hij dit beweert ontkracht hij echter zijn eigen stelling. Of moet er voor Brico en de door hem aangehaalde Teilhard een uitzondering worden gemaakt? Het doet me denken aan die mensen die haast maken met te zeggen dat alles relatief is. Maar als alles relatief is, dan is die stelling zelf ook relatief en dus verwerpelijk. Met andere woorden, als er niets objectiefs te zeggen valt dan kun je beter je mond houden. En de relativiteitstheorie van Einstein dan? Die heeft niets te maken met relativeren, bovendien is zijn theorie bewézen. Je kunt dus wèl bepaalde zekerheden hebben, bepaalde waarheden kennen die objectief zijn. Maar zo gauw er gesproken wordt over niet-materiële dingen dan schijnt er ineens geen waarheid meer te zijn. Geloof en rede zouden dan in tegenstrijdigheid met elkaar moeten komen. Het is toch dezelfde Einstein die zei dat hoe dieper je in de materie doordringt, hoe meer je ontdekt dat de oorzaak van die materie buiten de materie ligt. Het is dus juist die-van-ons-onafhankelijke oorzaak die objectief is en die waarheid wordt genoemd. Om die oorzaak te leren kennen, hoe beperkt dan ook, is het de rede (filosofie) die het geloof (openbaring) beter doet kennen, en andersom, verlicht. Kwam die oorzaak van de mens zelf, dan had Brico gelijk en dan zat er ook niets anders op dan om een samenleving op te bouwen op basis van individuele normen. Maar op welke waarden zouden die normen dan gebaseerd moeten zijn? Zonder objectieve waarden vervallen individuele normen in willekeur. Op welke grond zou je anders nog Hitlers rassenwetten of Lenins klassenliquidaties kunnen veroordelen? Waren dat ook niet individuele normen? Hier beseft iedereen wel dat er dan iets spaak loopt.


Met Rex Brico wil ik het belang onderstrepen van een nauwere samenwerking en eenheid tussen de verschillende stromingen van het Christelijk geloof. Maar laten we alsjeblieft kijken naar wat de bindende elementen zijn binnen dit 'waarheidszoeken', en niet het kind met het badwater weggooien. Het christendom is geen Rotaryclub.


Hans Weteringschans